De klinisch psycholoog en de wet op de patiëntenrechten
Gebruikte afkortingen: WPR = Wet op de Patiëntenrechten; DC = Deontologische Code
Op 6 oktober 2002 is de Wet betreffende de rechten van de patiënt in werking getreden voor de patiënten van beroepsbeoefenaars bedoeld in KB 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen1. Op dat moment vielen zowel artsen, tandartsen, apothekers, vroedvrouwen, kinesitherapeuten, verpleegkundigen als paramedische beroepen onder dit toepassingsgebied2. Sinds 1 september 2016, worden echter ook klinisch psychologen beschouwd als beoefenaars van een gezondheidszorgberoep via hun opname in de gecoArdineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen (de herwerkte versie van KB 78).
Inhoud
- Is de WPR in de praktijk al van toepassing op klinisch psychologen?
- Het toepassingsgebied van de WPR nader omschreven
- Wat zijn de patiëntenrechten?
- Meer informatie?
- Verwijzingen
1. Is de WPR in de praktijk al van toepassing op klinisch psychologen?
Momenteel kunnen wij nog geen concreet antwoord geven op deze vraag. Waarom? De uitvoeringsbesluiten die de wet op de GGZ-beroepen in de praktijk zullen omzetten, moeten nog worden opgesteld. Momenteel is er dus nog geen erkenningscommissie voor klinisch psychologen actief, met als gevolg dat het nog niet mogelijk is om uw erkenning als klinisch psycholoog aan te vragen. Volgens de letter van de wet bestaat er dus nog geen enkele aklinisch psycholooga die de WPR al moet toepassen. De vraag die dan volgt: dient een psycholoog die zich binnen het domein van de klinische psychologie begeeft de WPR al te respecteren omdat hij reeds in ade geest vana de goedgekeurde wet dient te handelen? Wat betreft deze vraag zijn verschillende standpunten mogelijk en heerst er nog juridische onzekerheid.
Anderzijds staat wel vast dat u een algemene zorgvuldigheidsverplichting3 heeft, wat opgaat voor alle burgers en niet alleen van toepassing is op de beoefenaars van een gezondheidszorgberoep. Sommige juristen wijzen erop dat vanuit deze zorgvuldigheidsnorm kan worden verdedigd dat een psycholoog die zich binnen het domein van de gezondheidszorgdomein begeeft, toch de Wet op de Patiëntenrechten dient na te leven4. Dit kan immers van een normale en zorgvuldige psycholoog worden verwacht. Omwille van deze reden kan het aangeraden zijn om de WPR dus toch al toe te passen.
2. Het toepassingsgebied van de WPR nader omschreven
De patiënt zelf wordt in deze wet gedefinieerd als elke natuurlijke persoon aan wie gezondheidszorg wordt verstrekt, al dan niet op zijn eigen verzoek (art. 2, 1A WPR). Gezondheidszorg wordt op zijn beurt omschreven als alle diensten die verstrekt worden door de beoefenaar van een gezondheidszorgberoep met het oog op (art. 2, 2A WPR):
- het bevorderen, vaststellen, behouden, herstellen of verbeteren van de gezondheidstoestand,
- het uiterlijk van een patiënt om voornamelijk esthetische redenen te veranderen,
- de patiënt bij het sterven te begeleiden.
Het is belangrijk om te onderlijnen dat deze wet de individuele rechten van de patiënt omschrijft, maar niet specifiek handelt over de plichten van patiënten, noch over de plichten van zorgverstrekkers5. De naleving van deze rechten valt daarbij in de eerste plaats onder de verantwoordelijkheid van de beroepsbeoefenaar.
Beroepsbeoefenaars betreuren dat de WPR niet dieper ingaat op de plichten van patiënten zelf of de rechten van zorgverstrekkers6. Het feit dat de WPR er niet expliciet bij stilstaat, betekent echter niet dat dergelijke plichten en rechten niet bestaan. Zo brengt de Memorie van Toelichting van het wetsontwerp van de wet betreffende de rechten van de patiënt onder de aandacht dat patiënten, vanuit hun hoedanigheid als burger, wel degelijk een aantal verplichtingen en verantwoordelijkheden hebben ten aanzien van hun zorgverlener7. Zo zal een patiënt zijn medewerking moeten verlenen door informatie te verstrekken en de raadgevingen die hij krijgt in acht te nemen. Deze amedewerkingsplichta wordt zelfs expliciet benadrukt in artikel 4 van de WPR zelf.
3. Wat zijn de Patiëntenrechten?
De WPR omvat de volgende rechten:
- Ontvangen van een kwaliteitsvolle dienstverstrekking
- Vrij kiezen van de beroepsbeoefenaar
- GeAnformeerd worden over zijn gezondheidstoestand
- Vrij toestemmen in een tussenkomst, met voorafgaande informatie. De patiënt heeft eveneens het recht om te vernemen of de beroepsbeoefenaar verzekerd is en gemachtigd is om zijn beroep uit te oefenen
- Kunnen rekenen op een zorgvuldig bijgehouden patiëntendossier, met mogelijkheid tot inzage en afschrift
- Verzekerd zijn van de bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer
- Neerleggen van een klacht bij een ombudsdienst
Een aantal van deze rechten zijn niet nieuw en kunnen we reeds in meer of mindere mate herkennen in de deontologische code. Zo stelt artikel 23A1 van de code bijvoorbeeld expliciet dat de cliënten van psychologen recht hebben om in alle onafhankelijkheid voor een psycholoog te kiezen en dat zij op om het even welk moment hun deelname kunnen onderbreken. Dit sluit aan bij het vierde patiëntenrecht avrij toestemmen in een tussenkomst, met voorafgaande informatiea.
Een aantal andere rechten zijn misschien minder bekend. Denk bijvoorbeeld aan het recht op een patiëntendossier of het recht op een vertrouwenspersoon dat aansluit bij het recht op informatie en het recht op een patiëntendossier.
>> klik hier voor meer informatie over het patiëntendossier
>> klik hier voor meer informatie over de vertrouwenspersoon
4. Meer informatie?
Wenst u meer uitleg over de inhoud van de verschillende rechten? Surf dan naar de website van de FOD volksgezondheid voor meer informatie >> Klik hier
Voor bijkomende toelichtingen en een motivering bij de verschillende bepalingen die in de WPR terug te vinden zijn, kunt u eveneens de memorie van toelichting doornemen bij het wetsontwerp betreffende de rechten van de patiënt. Deze memorie licht toe hoe de bepalingen in de WPR dienen te worden opgevat >> Klik hier
Tot slot kunnen nog de volgende werken interessant zijn :
- Veys, M.N. (2008). De Wet Patiëntenrechten in de psychiatrie. Brussel: Larcier
- Lemmens, C. (2013). De minderjarige en de Wet Patiëntenrechten. Antwerpen: Intersentia
- Hausman, J.-M. & Schamps, G. (dir.) (2016). Aspects juridiques et déontologiques de laactivité de psychologue clinicien. Bruxelles : Bruylant
5. Verwijzingen
1 Deze wet is intussen omgevormd tot de gecoArdineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen (BS, 18 juni 2015)
2 Memorie van toelichting bij het wetsontwerp betreffende de rechten van de patiënt, Parl. St., Kamer, doc. 50, 2001-02, nr. 1642/001, p.15 >> Klik hier om te raadplegen
3 Volgt uit artikel 1147 en 1382 van het Burgerlijk Wetboek
4 Zie:
- Veys, M.N. (2008). De Wet Patiëntenrechten in de psychiatrie. Gent: Larcier, p. 171
- Vansweevelt, T. & Dewallens, F. (eds.) (2014). Handboek Gezondheidsrecht. Volume II. Rechten van patiënten: van embryo tot lijk. Antwerpen: Intersentia 2014, p. 431
- Nys, H. (2014). Recht en bio-ethiek. Tielt: Uitgeverij Lannoo Campus, p. 55
- Hausman, J.-M. ë Chapitre II. Droits et obligations du patient et du psychologue clinicien A>> in J.-M. Hausman & G. Schamps (dir.), Aspects juridiques et déontologiques de laactivité de psychologue clinicien, Bruxelles, Bruylant, 2016, p. 41-242.
5 Memorie van toelichting bij het wetsontwerp betreffende de rechten van de patiënt, Parl. St., Kamer, doc. 50, 2001-02, nr. 1642/001, p.4 >>Klik hier om te raadplegen
6 Federale ombudsdienst ë Rechten van de patiënt A>>, Jaarverslag 2011, p. 67. >> klik hier om te raadplegen
7 Memorie van toelichting bij het wetsontwerp betreffende de rechten van de patiënt, Parl. St., Kamer, doc. 50, 2001-02, nr. 1642/001, p.12 >>Klik hier om te raadplegen